De nieuwe spelling is mislukt

Dit artikel is eerder verschenen in Monditaal van januari 2000 en is gebaseerd op de spellingherziening van 1995. Het is echter onverkort van toepassing op de spellingherziening van 2005.

De nieuwe spelling van het Nederlands is mislukt. Met name het gebruik van e(n) in samengestelde woorden is gebonden aan veel te ingewikkelde regels.

Vroeger schreven we niet ruggengraat, maar ruggegraat. Dat had te maken met het feit dat we beschikken over slechts één rug. Om de nieuwe spelling goed te kunnen begrijpen zouden we bij samenstellingen echter het hele idee van enkelvoud en meervoud moeten laten vallen. De nieuwe basisregel is, dat je in principe altijd -en- gebruikt, ongeacht of het nu om het enkelvoud- of meervoud gaat. Vandaar ruggengraat, smartengeld, pannenkoek enz.

Koninginnedag

Vervolgens zijn de bedenkers van het nieuwe spellingsysteem ontrouw aan hun eigen basisprincipe, want omdat er maar één koningin is, schrijven we niet Koninginnendag, maar Koninginnedag. Ook het feit dat we in de nieuwe spelling toch groenteboer moeten schrijven in plaats van groentenboer, wordt gebaseerd op het feit dat het woord groente twee meervoudsvormen kent: groenten en groentes. Door dit soort uitzonderingen in het leven te roepen, zullen de mensen nooit losraken van de gedachte dat de tussen-n iets te maken heeft met enkelvoud en meervoud.

De basisgedachte om bij samenstellingen geen onderscheid te maken tussen enkel- en meervoud is uitstekend. Immers, niemand heeft problemen met de spelling van woorden als meubelmaker, automonteur en boekhandel, ondanks het feit dat meubel, auto en boek in het enkelvoud staan, terwijl het toch duidelijk om meerdere meubels, auto's en boeken gaat.

Als je een consequent systeem wilt, waarbij je elke gedachte aan enkel- en meervoud in samenstelling wilt uitbannen, moet je niet zo dom zijn om juist een meervoudsvorm te gebruiken als bindmiddel tussen de samenstellende elementen. Het ligt dan veel meer voor de hand om in zo'n geval een enkelvoudige vorm te kiezen!

Toetsbord?

In veel samenstellingen heb je helemaal geen samenbindend element nodig. In bladmuziek, kleurpotlood en voetbal worden de samenstellende delen zondermeer achterelkaar geplakt. Pas als een aldus gevormde samenstelling niet lekker klinkt, heb je een tussenklank nodig. Daarom willen we die tussenklank ook opschrijven. Niemand zegt of schrijft boekkast, woordboek, hondhaar of toetsbord. Als het nodig is voegen Nederlandstaligen automatisch een e-klank toe. Daarom zou het voor de hand liggen om dat dan ook als uitgangspunt te nemen voor de spelling: schrijf een tussen-e als je een tussen-e uitspreekt (pannekoek, boekekast, hondehaar, toetsebord).

Taal is klank

Dit uitspraakargument is het enige juiste argument voor het gebruik van een tussenletter. In andere talen kom je dit principe ook tegen. Zo wordt in het Esperanto in samenstellingen ook vaak gebruik gemaakt van een tussenklank. Dit gebeurt dan alleen om de samenstelling beter te laten klinken. Zo wordt in het woord telefonlibro (`telefoonboek') geen tussenletter gebruikt, maar bij libroŝranko (`boekenkast') wel, aangezien librŝranko moeilijk is uit te spreken. In het Esperanto wordt vaak de o als tussenklank gebruikt. In tegenstelling tot het Nederlands, zie je dat in het Esperanto nooit het meervoudsteken in samenstellingen wordt gebruikt. Dus ondanks het feit dat ook in een Esperantoboekenkast meerdere libroj staan, zie je nooit librojŝranko. Als de bedenkers van de nieuwe spelling naar andere talen hadden gekeken, hadden ze wellicht begrepen dat een samenbindend element geen betekenisfunctie heeft (enkelvoud of meervoud), maar alleen tot doel heeft de uitspraak te vergemakkelijken. Taal is klank, dus schrijf wat je zegt.

Door de e-klank als en te schrijven en door bij de uitzonderingen het meervoudsargument te handhaven, is de nieuwe spelling een gedrocht geworden dat deze eeuw niet zal overleven.

 

Nederlands

Nederlands

English

English

Esperanto

Esperanto