Vormverschillen

Internationaal bekende woorden kom je in het Nederlands en in het Esperanto vaak in ongeveer dezelfde vorm tegen. In het Esperanto wordt de schrijfwijze van een internationaal woord uiteraard aangepast aan de regels van het Esperanto. Zo wordt er bij zelfstandige naamwoorden altijd de uitgang o achter geplaatst. Ook worden sommige letters aangepast om te komen tot een uitspraak die bij dat woord past. Het internationaal bekende woord congres vind je dus in het Esperanto terug als kongreso. Toch heb je nog flink wat woorden die in het Esperanto en het Nederlands zowel qua vorm als betekenis grote overeenkomsten vertonen, maar toch ook opmerkelijk verschillen. Soms zit het voornaamste verschil in slechts één enkele letter. Een foutje is dan snel gemaakt. Hieronder heb ik een aantal van dit soort woorden voor u verzameld.

Na het algemene overzicht volgt nog een verhandeling over internationale achtervoegsels en het gebruik ervan in het Esperanto en het Nederlands. Ook worden gevallen besproken waarin er verschillen zijn tussen het Esperanto en het Nederlands voor wat betreft het gebruik van enkelvoud en meervoud.

EsperantoNederlands
abrikotoabrikoos
abscesoabces
adjutantoadjudant
agnostikismoagnosticisme
aĝioagio
akselooksel
aktivuloactivist
aldoalt
anguraangora
antikvaantiek
apartamentoappartement
asparagoasperge
barbobaard
blazonoblazoen
celerioselderij
cendocent
ceramikokeramiek
cigarosigaar
cigaredosigaret
cirkumcidocircumcisie
konzernoconcern
difinidefiniëren
egooego
endivioandijvie
entuziasmoenthousiasme
hokohaak
humorohumeur
humurohumor
inkoinkt
kabokaap
kamaradokameraad
kanajlarocanaille
karpokarper
KatalunioCatalonië
kisokus
kestokist
klarnetoklarinet
kontorokantoor
korbokorf
korkokurk
kuntekstocontext
kupolokoepel
larikolarix
linkolynx
literoletter
liutoluit
MahometoMohammed
mesomis
miliardomiljard
milionomiljoen
moskitomuskiet
MozeloMoezel
MozoMaas
nabonaaf
nadlonaald
orakoloorakel
orkestroorkest
parlamentoparlement
pavilonopaviljoen
planedoplaneet
plastoplastic
poplopopulier
pordo, pordegodeur, poort
primoloprimula
promenejo (niet: promenado)promenade
pumpipompen
rakorek (voor gereedschap e.d.)
regionoregio
respondorespons
restoraciorestaurant
retonet
riporib
riverorivier
rudroroer
sabrosabel
salajrosalaris
serboServiër
skorzoneroschorseneer
ŝtofostof
tendotent
trumpetotrompet
tulipotulp
ukuleloukelele
vaskaBaskisch
veŝtovest

Internationale achtervoegsels

Internationaal bekende woorden hebben vaak een internationaal achtervoegsel. Deze vind je in het Esperanto vaak terug, maar dan als vast deel van de stam en niet als echt achtervoegsel. Men spreekt dan van een pseudoachtervoegsel. Enkele voorbeelden:

Woorden die in het Esperanto eindigen op alo of ala, eindigen in het Nederlands meestal op aal/eel of ale/ele. Enkele voorbeelden: tribunalo, neǔtrala, brutala, ovala, finalo, formala. Bij veel van deze woorden is het zo dat als je het pseudoachtervoegsel weglaat, er een woorddeel overblijft met een zelfstandige betekenis. In het Esperanto is er een tendens te bespeuren om in dergelijke gevallen het pseudoachtervoegsel weg te laten of te vervangen door een echt Esperantoachtervoegsel. Deze nieuwe Esperantowoorden wijken dan wel extra af van de Nederlandse vorm. Soms bestaat die "internationale" vorm helemaal niet in het Esperanto. Hier is het dus van belang niet met een te Nederlandse invalshoek naar deze Esperantowoorden te kijken. Hieronder volgt een overzicht, waar onbestaande vormen zijn gemarkeerd met een sterretje (*).

Internationale EsperantovormAangepaste EsperantovormNederlandse betekenis
deklaraciodeklaroverklaring (declaratie)
evolucioevoluoontwikkeling
*filialofiliofiliaal
iniciatoroiniciatintoinitiator
komputorokomputilocomputer
nervozanervanerveus
redaktororedaktisto, redaktantoredacteur
*stacionostaciostation
transformatorotransformilotransformator

In het Esperanto zijn er wel zo’n duizend woorden die eindigen op -io. Meestal gaat het om internationaal bekende woorden, die in het Nederlands meestal eindigen op -ie (soms op -i, -y, -ia, -io, -ië, -ium e.d., maar steeds zie je de -i- in het Nederlandse woord terug). Enkele voorbeelden zijn:

fobio, astrologio, bakterio, amfibio, utopio, Belgio

Het aantal voorbeelden dat hieraan voldoet is zo groot, dat je de uitzonderingen met recht valse vrienden mag noemen. In de eerste plaats zijn dat woorden die in het Esperanto eindigen op -io, terwijl je de ie-klank in het Nederlands niet aantreft:

Ĉinio, Egiptio, fosilio, Gvatemalio, idilio, Japanio, Kamerunio, komentario, Koreio, Kornelio, notario, Portugalio, privilegio, reptilio, sekretario, reprezalio, talio. Verder zijn voor de landen Luxemburg en Mexico twee vormen in gebruik: Luksemburgo/Luksemburgio, Meksiko/Meksikio.

Andersom zijn er ook woorden die in het Nederlands op een ie-klank eindigen, maar in het Esperanto niet:

alianco, Anatolo, Argentino, beletro, bikino, Brazilo, brokolo, dedukto, demenco, ekzekuto, februaro, herezo, impreso, indukto, incizo, januaro, justico, kapitulaco, kolekto, kolibro, konekto, konfeso, korupto, kvitanco, monopolo, nekrologo, notico, obstrukco, paroĥo, percepto, petrolo, polico, progreso, raviolo, recenzo, redukto, relikvo, resonanco, rilato, selekto, substanco, sugesto, vermiĉeloj

Enkelvoud en meervoud

Sommige woorden die in het Nederlands altijd in het meervoud staan, staan in het Esperanto in het enkelvoud:

EsperantoNederlands
cerbohersenen
instrukcioinstructies
karbokolen
morbilomazelen
parentezohaakjes
protokolonotulen
statutostatuten
ŝelkobretels
varicelowaterpokken
variolopokken

En het omgekeerde komt natuurlijk ook voor:

EsperantoNederlands
25 dolaroj (eǔroj k.t.p.)25 dollar (euro enz.)
feriojvakantie
ĝemelojtweeling
harojhaar
informojinformatie (inlichtingen)
lipharojsnor
makaroniojmacaroni
okulvitrojbril
vermiĉelojvermicelli

Nederlands

Nederlands

English

English

Esperanto

Esperanto